U bevindt zich hier: Home Theo Thijssen

Theo Thijssen

Theo Thijssen (1879-1943) was schrijver, onderwijzer, vakbondsman, sociaal-democratisch politicus en Amsterdammer.  Hij is vooral bekend als auteur van de roman Kees de jongen.

Theodorus Johannes Thijssen werd geboren op 16 juni 1879. Zijn vader was schoenmaker. Na de lagere school ging Theo met een rijksbeurs naar de Rijkskweekschool voor Onderwijzers in Haarlem. Van 1898 tot 1921 was hij onderwijzer in Amsterdam. Het langst gaf hij les op een 'kosteloze' openbare school in Amsterdam-Oost, waar hij ook met zijn gezin woonde.
 In 1905 richtte Thijssen, samen met kweekschoolvriend Piet Bol, het rebelse onderwijzersblad De Nieuwe Schoolop, waarin hij fel van leer trok tegen alles wat hij als een bedreiging voor goed onderwijs ervaarde. In De Nieuwe School publiceerde Thijssen ook verhalen en de roman Barend Wels in feuilletonvorm.
 Van 1921 tot 1939 was hij bezoldigd bestuurder van de Bond van Nederlandsche Onderwijzers. Daarnaast was hij voor de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) van 1933 tot 1940 lid van de Tweede Kamer en van 1935 tot 1941 van de Amsterdamse gemeenteraad. Hij overleed op 23 december 1943.
 Thijssens bekendste roman is Kees de jongen (1923). Verder schreef hij onder meer Schoolland, De gelukkige klas en Het grijze kind. In 1941 verschenen ten slotte zijn jeugdherinneringen: In de ochtend van het leven.

In 1996 verscheen bij uitgeverij Bas Lubberhuizen te Amsterdam een fotobiografie van Theo Thijssen, samengesteld door Wieneke 't Hoen: Theo Thijssen, een beeld van zijn leven . Die is te koop bij de betere boekhandel en in ieder geval in het Theo Thijssen Museum.

Een beeld van de buurt waarin Theo Thijssen opgroeide, tevens het decor van veel van zijn boeken, wordt geschetst in Het Amsterdam van Theo Thijssen door Peter-Paul de Baar, Rob Grootendorst en Jan Roedoe (uitgave Thomas Rap, Amsterdam 1988, 3de druk 1995. Dit is nog altijd verkrijgbaar in het museum.

Klink hier voor een uitgebreidere biografische schets van Thijssen. 

Meer in deze categorie: Biografie »

CITAAT VAN DE MAAND

"Jarenlang heb ik het stilgehouden, de jongen uit het oliewinkeltje. () Zijn moeder was een ongetrouwde juffrouw, maar hij had een erg aardige oom, die dikwijlss avonds in het kamertje achterhet oliewinkeltje kwam zitten. En dan dronken ze een glaasje pons of zo, en hij, Ferdinand, kreeg ook een glaasje, met een beetje veel water er bij.  ()
Na een ruzieavond is de oom weggebleven, en toen kwam er een nette kommensaal, die aanspreker was. Het was in de influenzatijd* en de aanspreker verdiende grof geld.

 (De jongen uit het oliewinkeltjes, in: De Nieuwe School juli 1910, herdrukt de bundel Egeltje, 1929.) 

*Thijssen bedoelt waarschijnlijk de griepepidemie in de winter van 1889-1890.

Navigeer

Locatie

    • Eerste Leliedwarsstraat 16
    • 1015 TA Amsterdam
    • 020-4207119
    • Donderdag t/m zondag van 12.00 - 17.00

 

 

Familie Familie