Print deze pagina

Historie

Het Theo Thijssen Museum in februari 2005 Het Theo Thijssen Museum in februari 2005

In 1987 richtten enkele liefhebbers van Theo Thijssen een stichting op, die zich ten doel stelt de herinnering aan Thijssen levend te houden. De eerste activiteit van de stichting was het aanbrengen van een gedenksteen in de gevel van Thijsen geboortehuis, Eerste Leliedwarsstraat 16 Amsterdam. Die steen was aangeboden door beeldend kunstenaar Hans Bayens, maker van Thijssens standbeeld op de Lindengracht, er werd op 31 oktober 1987 onthuld. Bij deze gelegenheid maakte de stichting haar voornemen bekend in het pand een Theo Thijssen Museum te vestigen. Op het moment dat de toenmalige wethouder Walter Etty de steen onthulde, was het zelfs hem onbekend dat de gemeenteraad al in juni 1987 had besloten dat het huis gesloopt zou worden om plaats te maken voor een nieuwbouwproject.
 Nadat de stichting alarm had geslagen en de kleindochter van de schrijver de gedenksteen op 25 november 1989 demonstratief had verwijderd, lanceerde het toenmalige PvdA-Kamerlid Jan Schaefer (1940-1994) een plan dat neerkwam op de herbouw van het pand in de oorspronkelijke vorm. In zijn plan kreeg ook het voorgestelde museum een plaats. Ter ondersteuning van dit plan organiseerde de stichting een handtekeningenactie. Een kleine duizend Thijssen-fans betuigden hun steun, onder wie historicus Loe de Jong, de schrijvers Remco Campert, Bob den Uyl, Sal Santen en Willem Wilmink, de letterkundige Kees Fens, de journalisten Jan Vrijman (Journaille), Martin van Amerongen, Ischa Meijer, Igor Cornelissen, en de politici Peter Lankhorst, Erik Jurgens en Frits Bolkestein. In februari 1990 stemde de gemeenteraad in met het plan-Schaefer. Tussen begin 1991 en begin 1995 werd het pand gesloopt en vervolgens in oorspronkelijke vorm herbouwd. De ruimte op de begane grond werd casco in huur gegeven aan de jonge Stichting Theo Thijssen. Met behulp van eenmalige subsidies en donaties werd de ruimte netjes afgewerkt en museaal ingericht. Op zaterdag 11 maart kon burgemeester Schelto Patijn onder overweldigende belangstelling van donateurs en media het museum openem.
Sindsdien functioneert het voorspoedig dankzij bezoekers, donateurs en de gratis inspanning van vele vrijwilligers.